Het ideologische debat is morsdood
En waarom de linkse wolk zich niet blind moet staren op bestuurlijke details
Gisteren werd bekendgemaakt dat het kabinet het stikstofbeleid “voorlopig wil pauzeren”. Een behoorlijk leeg standpunt dat niets betekent, het beleid wordt namelijk ondertussen verder uitgeschreven door de ambtenaren. Het maakt wel duidelijk dat het CDA moord en brand heeft geschreeuwd binnen de Ministerraad dat het roer om moet. Niet wegens een werkelijke ideologische overtuiging die ze dragen, maar door een verkiezingsuitslag die ze niet siert. Aan de andere kant van de coalitie wordt het uitkopen van boeren niet verdedigd door middel van de opvatting van de partijen dat Nederland moet veranderen naar een duurzamere samenleving, maar omdat het nou eenmaal moet van de rechter. Ondertussen doet een leider van een eenmansfractie, ook wel bekend van TV, alsof ze zelf volledig bepaalt hoe Nederland geregeerd moet worden; het uitkopen van boeren moet namelijk een paar jaartjes langer duren. Ook komt de linkse wolk in zijn argumentatie niet verder dan “het moet nou eenmaal”. De enige conclusie die je uit deze verkapte GTST-aflevering kunt trekken is dat het inhoudelijke debat zijn beste tijd wel heeft gehad.
Gezien deze soap-achtige taferelen in de Nederlandse politiek, rijst de vraag hoe we op dit punt zijn aangekomen. De technocratisering van de politiek heeft een hoofdrol gespeeld in dit proces. In plaats van een fundamentele visie op de toekomst van onze samenleving, zijn politieke debatten verworden tot een strijd om wie het beste de cijfertjes en juridische argumenten kan presenteren. Dit gaat hand in hand met de populariteitsrace van de gezichten van politici: niet langer draait het om waarden en idealen, maar om wie de meeste stemmen kan winnen met een gelikte campagne en een vlotte babbel. In de zoektocht naar electoraal gewin raken politieke partijen steeds verder verwijderd van hun kernwaarden. Zo is D66, ooit de partij van het kritisch zijn op bestuurlijk Nederland, een toonbeeld geworden van een partij die haar ruggengraat lijkt te zijn verloren in een poging om aan de macht te blijven. Het maakt de partij namelijk niks uit of het beoogde stikstofbeleid wel of niet wordt ingevoerd. Ironisch genoeg zorgt deze technocratische benadering – het onderbouwen van beleidskeuzes met juridische argumenten zoals 'het moet van de rechter' – voor minder vertrouwen bij de kiezer. Dit vacuüm wordt gretig opgevuld door populistisch rechts, dat zich profileert als de stem van het volk en zegt te vechten tegen de gevestigde orde, die meer bezig is met bureaucratische regeltjes dan met het welzijn van de burgers.
In deze context hebben partijen als PvdA en GroenLinks een cruciale rol te spelen. Als linkse partijen zouden zij een ideologisch blok moeten vormen dat duidelijk stelling neemt en niet bang is om hun waarden uit te spreken. In plaats van zich te verliezen in bestuurlijke details, zouden zij moeten focussen op het scheppen van een toekomstvisie waarin sociaal en ecologisch beleid centraal staan. Alleen zo kunnen zij het vertrouwen van kiezers terugwinnen en een tegengewicht bieden aan de opmars van populistisch rechts. Helaas zien we in de praktijk dat ook deze partijen zich laten meeslepen in de technocratische mallemolen. Zo wordt het uitkopen van boeren zoals eerder genoemd verdedigd op basis van juridische noodzaak, in plaats van op een overtuiging dat een duurzamere samenleving moet worden nagestreefd. Dit soort pragmatische keuzes dragen bij aan het verlies van vertrouwen in de politiek en het ideologische debat. Om dit tij te keren, is het van belang dat linkse politieke partijen en hun vertegenwoordigers zich weer gaan richten op de fundamentele waarden die hen ooit hebben gevormd. In plaats van zich te verliezen in juridische en bestuurlijke details, moeten zij durven te dromen van een betere toekomst en deze visie ook actief uitdragen. Gedurende een tijd waarin de politiek steeds meer een versplinterde eenheidsworst lijkt, is het cruciaal dat politici zich opnieuw verbinden aan hun oorspronkelijke idealen en het lef hebben om hier ook voor te staan.
Niet zo gek ook dat de Partij voor de Dieren goed heeft gescoord deze verkiezingen. Ze hebben een duidelijke visie op waarom ze vinden dat de veestapel aangepakt moet worden. De bio-industrie neemt teveel ruimte in waardoor er geen ruimte is voor wonen of natuur, er is een gigantische hoeveelheid dierenmishandeling, stikstofuitstoot sloopt ons kleine beetje natuur en het huidige systeem werkt alleen de grote bedrijven en banken in de hand. Ze beargumenteren dat hun beleid juist zal leiden tot meer kleine en duurzame boeren, in plaats van het huidige systeem dat zorgt voor een kleine hoeveelheid aan gigantische boerenbedrijven. Dit belangrijke thema heeft veel mensen die geven om de natuur weggetrokken van grotere linkse partijen waar de standpunten niet eens een klein beetje vooruitstrevend ogen. Nergens in de campagne van de PvdA of GroenLinks werd überhaupt een visie op een andere manier van boeren zoals die van de Partij voor de Dieren uitgebouwd, laat staan wat er mogelijk zou zijn met het vrijkomende grondgebied door het inperken van de veestapel. Ook wordt in debatten de schuld van banken en het aankaarten van het echte probleem, namelijk het kapitalisme, ingeruild voor een simpele aantijging dat BBB de kiezer loze beloftes verkoopt en je daarom niet op ze moet stemmen. Het klopt misschien wel, maar het is duidelijk niet gebleken als een succesvolle manier om de kiezer te overtuigen.
Het is duidelijk dat het ideologische debat in de Nederlandse politiek een flinke oppepper nodig heeft. De focus op technocratische en juridische argumenten, in combinatie met een populariteitsrace tussen politieke kopstukken, heeft geleid tot een situatie waarin de kernwaarden en overtuigingen van politieke partijen naar de achtergrond zijn verdwenen. Het verlies van vertrouwen in de politiek en de opkomst van populistisch rechts zijn zorgwekkende gevolgen van deze leegte. Voor partijen als de PvdA en GroenLinks is het van groot belang dat zij hun oorspronkelijke idealen weer vooropstellen en een duidelijke visie ontwikkelen voor de toekomst van Nederland. Zij moeten het ideologische debat een nieuw leven in blazen door duidelijk stelling te nemen en niet bang te zijn om hun waarden uit te spreken. Het vormen van een ideologisch blok en het ontwikkelen van een gezamenlijke toekomstvisie waarin sociaal en ecologisch beleid centraal staan, zou hen in staat stellen om een sterk tegenwicht te bieden aan de opmars van populistisch rechts en om het vertrouwen van kiezers terug te winnen. Bovendien moeten zij de rol van het kapitalisme durven aankaarten en kiezers een duidelijk alternatief bieden. Alleen door het herstellen van het ideologische debat en het vasthouden aan hun kernwaarden, kan de linkse wolk bijdragen aan een politieke cultuur waarin mensen zich weer betrokken en vertegenwoordigd voelen.
Idealen leiden tot een dystopische wereld. Ze veroorzaken strijd tussen voor en tegenstanders.
Gewoon zelf niks doen dan "het principe verantwoordelijkheid" Hans Jonas.